'Hij heeft de heerlijkheid van Israël uit de hemel op de aarde geworpen. Hij heeft niet gedacht aan zijn voetbank op de dag van zijn toorn.’
Klaagliederen 2:1
Elk jaar, wanneer we Tisja Be'Av bereiken, de 9e Av op de Joodse kalender (dit jaar op 3 augustus), gaan we een tijd van diepe rouw en bezinning in. Deze sombere dag markeert de verwoesting van niet één, maar twee heilige tempels in Jeruzalem, eeuwen van elkaar verwijderd. Toch zijn hun tragische val verbonden door een gemeenschappelijke wortel: Israëls vervreemding van God en de bittere gevolgen die daarop volgden.
Tisja Be'Av gaat niet alleen over wat er in de oudheid gebeurde. Het is een roep die door generaties heen weerklinkt – zelfs tot in de verwoesting van vandaag. In het licht van het recente conflict en de verwoesting van huizen in Israël tijdens de oorlog tussen Israël en Iran, krijgt deze dag een hernieuwde urgentie en relevantie. Terwijl we rouwen om wat lang geleden verloren is gegaan, worden we herinnerd aan wat er vandaag de dag nog steeds kapotgaat in onze wereld – en aan Gods roeping om te herstellen en te herbouwen.
De verwoesting van de Eerste Tempel
De Tempel van Salomo – de Eerste Tempel – stond symbool voor Gods verbond en aanwezigheid onder Zijn volk. Gebouwd rond 957 v.Chr., was het bijna vier eeuwen lang het centrum van de Joodse eredienst. Maar rond 586 v.Chr. had het koninkrijk Juda zich van God afgekeerd en verviel het in afgoderij, onrecht en corruptie.
De profeet Jeremia had het volk gewaarschuwd voor het oordeel, maar ze luisterden niet. De Babyloniërs, onder koning Nebukadnezar, belegerden de stad Jeruzalem. Op de 9e Av werd de Tempel verwoest en werd het volk verbannen naar Babylon (2 Koningen 25). De heilige vaten werden geplunderd, de muren brandden af en wat ooit een plaats van goddelijke gemeenschap was, veranderde in een hoop puin en as.
Deze verwoesting was meer dan het verlies van een gebouw – het was de breuk van een relatie. Israël had God verdriet gedaan en Hij liet de gevolgen toe. Toch dacht Hij, zelfs in zijn toorn, aan zijn genade.
HEERE, toen ik Uw tijding hoorde, heb ik gevreesd. HEERE, Uw werk, behoud het in het leven in het midden van de jaren, maak het bekend in het midden van de jaren. Denk in Uw toorn aan ontferming!
Habakuk 3:2
De verwoesting van de Tweede Tempel
Bijna 70 jaar later keerden enkele ballingen terug en begonnen met de herbouw. De Tweede Tempel werd voltooid in 516 v.Chr. en later uitgebreid onder Herodes. Hoewel niet zo glorieus als Salomo's oorspronkelijke bouwwerk, werd het opnieuw het hart van het Joodse leven.
Maar de geschiedenis herhaalde zich. Interne strijd, sektarisme en rebellie verzwakten de natie. In 70 n.Chr. belegerden Romeinse legioenen onder Titus Jeruzalem. Na maanden van hongersnood en bloedvergieten braken ze door de muren. Op de 9e Av staken ze de Tempel in brand. Josephus, de Joodse geschiedschrijver, beschrijft hoe de vlammen de Heilige Plaats verteerden en duizenden mensen omkwamen. De Tweede Tempel ging – net als de Eerste – op precies dezelfde datum verloren.
Dit verlies markeerde het begin van bijna 2000 jaar ballingschap en verstrooiing voor het Joodse volk. Niet langer gecentreerd in Jeruzalem, raakte het volk verspreid over de volkeren. Toch bleef de belofte van terugkeer altijd bestaan.
Wat gebeurde er nog meer op Tisja Be'Av?
Tisja Be'Av is een ontmoetingspunt geworden voor Joodse tragedies. Naast de verwoesting van de Tempel vonden er op of rond deze datum ook andere rampen plaats:
- De verdrijving van de Joden uit Spanje in 1492.
- Het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914, waarmee de gebeurtenissen voor de Holocaust in gang werden gezet.
- Massadeportaties uit het getto van Warschau tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Deze dag draagt eeuwen van verdriet in zijn schaduw. En toch rouwen we niet zonder hoop.
Tisja Be'Av en de verwoesting van vandaag
In juni 2025 waren we opnieuw getuige van verwoestingen – niet door buitenlandse machten, maar door moderne oorlogsvoering. De recente oorlog tussen Israël en Iran heeft duizenden gezinnen ontheemd. Huizen zijn met de grond gelijk gemaakt. Wijken zijn tot stof vergaan. De beelden lijken, hartverscheurend, op de ruïnes van het vroegere Jeruzalem.
Is het dan een wonder dat Tisja Be’Av nog steeds spreekt?
Wanneer een gezin in Centraal-Israël te midden van het puin staat van wat ooit hun huis was, herhalen ze de kreten van degenen die de Tempel zagen instorten. Wanneer synagogen worden beschadigd, gemeenschappen verspreid raken en kinderen bang worden van sirenes en explosies, wordt de druk van Tisja Be'Av weer tragisch reëel.
Maar de boodschap van deze dag gaat niet alleen over verdriet. Het gaat over het verlangen naar herstel.

Een oproep tot troost en wederopbouw
Na Tisja Be'Av begint de Joodse kalender met zeven weken van troost, met als hoogtepunt Rosj Hasjana. Uit rouw komt hoop. Uit ruïnes komt wederopbouw.
We worden eraan herinnerd dat Gods aanwezigheid Zijn volk nooit heeft verlaten. Dezelfde God die vernietiging toeliet, belooft ook herstel. Via de profeten sprak Hij over een dag waarop de Tempel herbouwd zou worden – niet alleen in steen, maar in Geest.
In onze generatie worden we geroepen om deel uit te maken van die wederopbouw. Elke keer dat we de gebrokenen troosten, de ontheemden helpen of de waardigheid van de lijdenden herstellen, verheffen we weer iets heiligs.
Nu we getuige zijn van de verwoesting die de oorlog heeft achtergelaten, worden we opnieuw aangespoord om in actie te komen. Visie voor Israël is ter plaatse om gezinnen te helpen herbouwen – geen stenen tempels, maar huizen van hoop. Met uw steun kunnen we voedsel, kleding en noodhulp blijven uitdelen. Samen kunnen we de verwoesting met compassie beantwoorden.
Denk na over de betekenis van Tisja Be'Av en overweeg een donatie om te helpen herstellen wat gebroken is. Laten we het verdriet van deze dag niet in stilte laten eindigen. Laat het in plaats daarvan het begin van genezing worden.
‘Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.’
Psalm 126:5
Voor meer informatie, lees deze blog: Tisja Beav: Herinnering aan het verlies van Sion